Meneer, Uw lessen zijn k*t
Een door AI gemaakte afbeelding van een jongen in de klas.
Ik vind mezelf niet per se de beste docent van Nederland, maar lesgeven kan ik wel; althans, vanuit een vakdidactisch oogpunt gezien ben ik ervan overtuigd dat ik prima lessen neerzet. Ik fronste dan ook toen deze havo 5 leerling - prima leerling overigens, kan je er goed bij hebben - dit zei: “Ik vind u als persoon wel aardig, maar uw lessen zijn k*t”. Excuse my French, maar zelden wordt een clickbait titel zo in je schoot geworpen.
Ik moest gisteren aan deze opmerking en leerling denken omdat een vwo 3 leerling tijdens mijn les fluisterde dat mijn opdracht net kinderarbeid was. Als chéf ik-hoor-alles vroeg ik hem waarom hij dat vond. “We moeten zo veel doen.” Toen ik aangaf dat ik, ondanks de kinderarbeid, altijd goed examenresultaten heb, zuchtte hij dieper: dat wordt nog wat in VWO 6. Vervolgens werd het een over-en-weer gesprek over de school, het inspectierapport (was 2x onvoldoende), vertrekkende collega’s, en de kwaliteit van de lessen op school. Hij zei letterlijk: “Meneer, u heeft het cijfer van de inspectie toch ook gehoord?” Ik betrapte hem hier op een rare redenering: “Je begon je betoog met het benoemen van het feit dat mijn lessen kinderarbeid zijn, maar je gaat daarna door in een tirade over de kwaliteit van de lessen hier op school. Dat lijkt bij mij niet helemaal samen te gaan.” Hij hoefde niet te reageren, want hij was saved by the bell.
Interessant vond ik zijn gedachtegang wel. Op school heb ik inmiddels het imago van de invaldocent waar leerlingen veel moeten doen. Toen mijn collega hoorde dat ik weer ging invallen was haar reactie immers: “Arme leerlingen, die moeten nu aan het werk.” Maar, ondanks het feit dat leerlingen bij mij voelen dat ze hard moeten werken, hebben ze wel het verlangen om kwalitatief goede lessen te hebben – ook de twee jongens die ik aan het begin benoemde.
Ik ging dan ook even goed nadenken of leerlingen echt zo ‘veel’ moeten doen in mijn lessen. In de basis hebben al mijn lessen dezelfde opbouw: ik open mijn lessen met de lesopening (een simpele PowerPoint dia die qua opmaak als sinds mijn eerste les op het Esdal College niet is gewijzigd). In deze lesopening vertel ik wat we deze les gaan doen, gewoon als opsomming. Daar horen de lesdoelen en het huiswerk natuurlijk ook bij. Vervolgens gaan we naar de activerende opdracht, en dat rouleert tussen kletsen over het onderwerp, het kijken van een filmpje, of het opzoeken van vocabulaire in het woordenboek. Vervolgens gaan we naar datgene wat er geleerd of behandeld moet worden.
In de basis ligt voor mij het principe van afronden: in mijn les maken we dingen af. Dat betekent dat ik mijn lessen zo indeel dat ik ervoor zorg dat leerlingen altijd in de flow komen, en maak ik gebruik van simpele trucjes. Zo is er altijd een tijdslimiet voor elke opdracht en staat er een timer op het bord die aangeeft hoeveel tijd er nog is. Ook heb ik een Engelse versie van WHHTUK bedacht (een afkorting die ik niet kende tot ik op de lerarenopleiding ging werken) waarin duidelijk wordt wat er behaald moet zijn aan het einde van de werktijd. Ten slotte krijgen leerlingen altijd stencils. Ik hou van digitaal werken, maar ik weet ook dat het Blije Kind in mensen houdt van het invullen van dingen op papier, vooral als je een markeerstift mag gebruiken.
Maar ja, wat was dan de kinderarbeid? In deze les moesten leerlingen een artikel lezen en hier een samenvatting over schrijven en hun mening geven (bekijk de opdracht hier). Omdat er druk achter zit (er moeten twee van dit soort opdrachten, genaamd article files worden gemaakt voor het einde van het jaar), heb ik alle drempels weggenomen. Ik heb het artikel gekozen, heb het document waarin ze moeten werken uitgeprint en uitgedeeld, en had besloten ze te begeleiden bij het maken van de samenvatting (noem het examentraining voor beginners).
We begonnen met wat administratieve zaken: schrijf je naam op het blaadje en kopieer de titel van het artikel. Daarna gingen we voorkennis activeren. Ik vroeg leerlingen wat ze verwachtte te lezen in het artikel op basis van de titel. Het was vrij logisch en voorspelbaar, dus we gingen aan de slag. Ze kregen van mij de taak om mee te lezen terwijl ik het artikel voorlas en woorden te onderstrepen die ik ook onderstreepte. Kwamen ze tijdens het lezen ook andere onbekende woorden tegen, mochten ze die ook onderstrepen natuurlijk. Na het lezen begon de arbeid: jullie krijgen 15 minuten om alle onderstreepte woorden over te schrijven in het tabelletje, de woordsoort in het Engels te noteren onder het kopje Part of Speech, en de vertaling op te zoeken op je laptop. Normaal gesproken had ik woordenboeken uitgedeeld, maar de logistiek zat me in de weg (ik zat aan de andere kant van het gebouw en de kar met woordenboeken sjouwen had ik even geen zin in). “Woordenboeken zijn ouderwets, meneer” zei een leerling nog. Ik zei maar niet dat ik een aantal woordenboeken in de link in m’n bio had.
Na 15 minuten gingen we samen door het artikel en met mijn digitale pen gaf ik markeerde ik belangrijke zinnen van paragrafen. Ik vroeg leerlingen wat het doel was van elke paragraaf, of het belangrijk was voor onze samenvatting, en gaf alle opsommingen duidelijk aan.
De laatste 15 minuten van de les mochten leerlingen de samenvatting schrijven en hun mening geven over het onderwerp van het artikel. Het belangrijkste was: het moest af aan het einde van die 15 minuten. “Mogen we er thuis niet aan werken?” Nee. “Mag ik het thuis afmaken?” Nee. “Maar wat als het niet af is?” Moet je volgende les eraan werken terwijl anderen aan de andere opdracht werken. “Ja maar ik krijg dit nooit af.” Wedden van wel. En toen kwam het: ‘dit is echt kinderarbeid.’
De systeemdenker in mij is blij dat deze vwo 3 leerling en de havo 5 versie van hem deze opmerkingen gemaakt hebben. Dat betekent namelijk dat ik iets heb bereikt: ze hebben het gevoel dat ze iets hebben gedaan en dus iets hebben geleerd. Ze zijn moe. Het is af. Hun systeem is aan het veranderen en kan niet meer leunen op het equilibrium wat altijd leidend was. Voor puberlichamen diens energie zo veel mogelijk aan groeien en sociale vorming besteed wordt is deze verschuiving lastig. Maar, dat hoort er ook bij.
Ik heb deze leerlingen nog maar 3x lesgegeven, en hij heeft nog 3 weken met mij te gaan. Eén ding is zeker: hij is na deze lessen écht toe aan vakantie.
Disclaimer: Hoewel ik hier van alles en nog wat beschrijf over een leuke interactie met een leerling, probeer ik hier natuurlijk mijn collega’s niet in een slecht daglicht te zetten. Stuk voor stuk geven we allemaal goede lessen, en dat geloof ik ook.